Terwijl de kranten vol staan van de immense verveling die is toegeslagen in de steden, het gebrek aan terrassen, feestjes en sociale contacten lijkt er bij ons in Lemelerveld een intense ruimte ontstaan alles aan te pakken wat al jaren achterstallig bleef liggen.

Terwijl in de steden na een week alle zolders opgeruimd waren en er vervolgens een gevoel van leegte en isolatie ontstaat, beginnen we hier op het platteland net op stoom te komen. De eerste klussen waren een opwarmertje voor alles wat we kunnen verbeteren en verfraaien. Er zijn nog schuren vol troep en omgevallen schuttingen genoeg om een hele zomer Corona-dreiging door te komen.

Met een licht euforisch gevoel waarmee spijbelen op een zomerse dag gepaard gaat, vult de geest zich met visioenen van mooier en meer. Terwijl kinderen zich een deel van de dag met huiswerk bezighouden en uren besteden aan voetbal, tafeltennis, puzzelen en gamen worden er door volwassenen schuurtjes geverfd, gaarden verzorgd, plantjes gepoot, hekken gerepareerd en tuinmeubels is de verf gezet. De rijen bij de bouwmarkt liegen er niet om, hopelijk is het bestaansrecht van de plaatselijke doe-het-zelfzaak voor de komende jaren weer bewezen.

Maar natuurlijk is er net als bij elke vorm van spijbelen een licht (bij sommigen misschien al aangrijpend) angstig gevoel op de achtergrond. Hoelang kan dit goed gaan? Ondernemers die door gebrek aan klandizie nu bijna geen inkomsten hebben, klussen met zweet in de schoenen. De angst dat de vredige klusbubbel barst en er een faillissement op de loer ligt als dit te lang gaat duren. Dat overheidssteun nou net ons niet zal bereiken of niet toereikend zal zijn.

Maar tot die tijd genieten we en klussen we tegen de klippen op, of verzinnen we een uitverkoop of een nieuwe dienst, een slimme marketingtruc of …. genieten we nog heel even van deze onverwacht lange adempauze, waarin we ons nooit hoeven vervelen omdat er op het platteland altijd wel iets te doen is.

 

Annemarie Uhlenbeck en Luigi Mascini
April 2020